Kort samengevat… Wat is de Ierse Rode Setter?
De Ierse Rode Setter, ook wel “rode duivel” genoemd, is een elegante hond met een sterk jachtinstinct. Ondanks zijn charmante uitstraling is dit ras niet geschikt voor beginners. De Ierse Rode Setter moet namelijk worden opgevoed door een ervaren, geduldige eigenaar die veel tijd aan hem kan besteden.
Hij heeft een vrij sterke gezondheid, maar kan vatbaar zijn voor heupdysplasie. Qua verzorging is één borstelbeurt per week voldoende.
De geschiedenis van de Ierse Rode Setter
Dit ras ontstond aan het begin van de 19e eeuw door kruisingen tussen lokale Setters, Franse Spaniëls en Engelse Pointers. In die tijd behoorden de verschillende kleurenvarianten nog tot één en hetzelfde ras.
Tegenwoordig bestaan er twee variëteiten: de Ierse Rode Setter en de Ierse Rood-witte Setter. De rode variant verscheen in de jaren 1880, terwijl de rood-witte bijna uitstierf aan het einde van de 19e eeuw. Dankzij enkele toegewijde fokkers bleef dit type echter behouden.
Vroeger behoorde de Ierse Setter, net als de Gordon Setter en de Engelse Setter, tot de staande honden. Wanneer hij wild ontdekte, bleef hij onbeweeglijk zitten zodat de jager zijn kans kon grijpen.
De FCI erkende officieel het ras van de Ierse Rode Setter in 2001 en dat van de rood-witte in 2005.
Fysieke kenmerken
Deze hond heeft een sterk, goed geproportioneerd en gespierd lichaam. Zijn elegante verschijning wordt benadrukt door zijn lange hoofd, met een snuit die even lang is als de schedel. Zijn zachte blik komt van zijn ovale ogen, die donker hazelnoot- tot chocoladebruin zijn. Tot slot zijn zijn middelgrote oren fijn en bedekt met zijdeachtige franjes.
Hoogte
Teven meten tussen 55 en 62 cm, reuen tussen 58 en 67 cm.
Gewicht
Teven wegen tussen 18 en 23 kg, reuen tussen 20 en 25 kg.
Vachtkleur
De Ierse Rode Setter heeft een warm kastanjebruine, effen rode vacht, terwijl de rood-witte variant een witte vacht met rode aftekeningen heeft.
Karakter en gedrag van de Ierse Setter
Zoals eerder vermeld, heeft deze hond een zeer sterk jachtinstinct. In de natuur vergeet hij soms zijn training zodra hij wild ruikt: zijn instinct neemt dan de overhand, en hij kan weglopen zodra hij de kans krijgt.
Daarbuiten is de Ierse Setter een aanhankelijke, vrolijke en nieuwsgierige hond. Hij houdt van knuffels en aandacht na het werk en bouwt een sterke band op met zijn baas wanneer zijn behoeften worden gerespecteerd.
Hoe moet je hem opvoeden?
Het is geen hond voor beginnende eigenaars. Zijn jachtinstinct maakt de opvoeding moeilijker. Het geheim van succes ligt in duidelijke en consequente regels, gecombineerd met een zachte, empathische aanpak. Deze hond wil zijn baas graag plezieren, zolang hij zich begrepen voelt.
De Ierse Setter heeft veel beweging nodig. Gezamenlijke activiteiten zoals wandelen, hardlopen of canicross zijn ideaal om de band met zijn baas te versterken en de training te vergemakkelijken.
Ideale leefomstandigheden
Dankzij zijn open karakter kan deze hond goed opschieten met andere dieren en past hij zich aan verschillende leefomgevingen aan. Toch heeft hij dagelijks veel beweging nodig, vooral als hij in een appartement woont.
Het ideale leefgebied is een huis op het platteland met een grote, omheinde tuin, waar hij vrij kan rennen en spelen.
Gezondheid van de Ierse Rode Setter
Zoals eerder vermeld, kan dit ras erfelijke aandoeningen ontwikkelen, zoals heupdysplasie of maagtorsie.
Over het algemeen is hij echter sterk en gezond. Hij is wel vatbaar voor overgewicht, vooral als hij te weinig beweegt. In dat geval is het belangrijk om over te schakelen op een hoogwaardige voeding die speciaal voor gewichtsbeheersing is ontwikkeld.
De gemiddelde levensduur van de Ierse Rode Setter ligt tussen de 12 en 14 jaar.
Verzorging en hygiëne
De Ierse Setter – zowel de rode als de rood-witte variant – verhaart matig en heeft twee ruiperiodes per jaar. Buiten deze periodes is één borstelbeurt per week voldoende; tijdens de rui moet dit drie keer per week gebeuren.
Zoals bij alle honden is het belangrijk om regelmatig zijn oren, tanden, nagels en vaccinaties te controleren.
Wanneer overstappen van puppy- naar volwassenbrokken?
De overgang van puppybrokken naar voer voor volwassen honden moet plaatsvinden in het laatste derde deel van de groeiperiode van de hond.
Voor de Ierse Rode Setter komt dit overeen met een periode tussen 15 en 18 maanden, wanneer zijn botgroei volledig is voltooid.
Zijn voeding moet evenwichtig en gezond zijn, met een hoog eiwitgehalte dat aansluit bij zijn energieniveau.
Wij raden brokken aan met een hoog vleesgehalte.
Als je je hond niet voldoende beweging kunt geven, kun je beter kiezen voor lightbrokken, aangezien dit ras snel de neiging heeft om overgewicht te krijgen.
